
Twee-en-veertig. Dat is behalve het antwoord op “de ultieme vraag over het Leven, het Universum, en Alles” ook het aantal stappen dat ik zet om de helft van mijn rondje te lopen. Daar stop ik even, draai mij om en observeer één voor één de mensen die op hun stoel naar hun telefoon zitten te staren. De enigszins gezette man op de derde stoel aan mijn linkerzijde lijkt wat zweetdruppels op zijn voorhoofd te hebben staan – even wachten.
Nee, vals alarm. Alsnog kijk ik even op de klok om de tijd vast te leggen, neem de man nog even goed in mij op en loop verder.… Lees gerust door