
Zoals zo vaak als ik er even doorheen zit vind ik mijzelf terug bij het graf van mijn moeder. Na bijna drie jaar begint het zo langzamerhand op te gaan in de omgeving, iets waar mijn vader moeite mee heeft maar waar ik de schoonheid van inzie. Pa heeft denk ik meer behoefte aan..een Plek. Een markering. Een monument dat zegt “hier ligt Zij. Moeder, echtgenote, mens. Ze liet de wereld een stukje mooier achter dan hij was toen ze hem aantrof”.
Niets van dat alles op de natuurbegraafplaats. Een maaskei (inherent aan de omgeving, de hele provincie ligt vol met die dingen) en een eenvoudig houten bordje gemaakt van een boomstam. En een laatste rustplaats die overwoekert is met planten die daar grotendeels door mij geplant zijn.
Ik ga op de vochtige grond zitten met mijn rug tegen een boom terwijl ik in mijn hoofd een monoloog afsteek tegen mijn moeder. De grondslag van iedere religie is denk ik het geloof dat er altijd iemand is die naar je luistert, ook al krijg je geen antwoord. Vandaag zoek ik ook helemaal geen antwoorden, ik zoek een luisterend oor – en er is niemand bij wie ik terecht kan behalve dan bij mijn moeder.
Het probleem is voor de verandering eens geen vrouw, werk of andere triviale zaken maar mijn vader. Hoewel $zus het wel weer categorisch zal blijven ontkennen totdat het te laat is, is er wel degelijk een een reden om mij zorgen te maken. Pa heeft de dood in de ogen gezien, en hij is bang. Het verlamt hem. Toen ik vanmorgen aan kwam om mijn zorgtaak op mij te nemen schrok ik mij om eerlijk te zijn kapot van hoe hij er uit zag, en met name de blik in zijn ogen. Hij kijkt als iemand die de moed al heeft opgegeven, en dat is vaak de laatste halte.… Lees gerust door