After Dreaming

De tekst van deze post is niet van mij, ze is van iemand die ik niet dankbaar genoeg kan zijn voor de rol die ze in mijn leven heeft vervult. Luz, je bent awesome 🙂

—–

We lopen op, lachend, luchthartig en blij. Mogelijk verliefd. Er is in elk geval veel Liefde.

Je vertelt me dat je bezig bent dingen te kiezen waar je gelukkig van wordt. Vervolgens wijd je mij in in jouw wereld, in hoe jij de dingen ziet. Ik moet hiervoor mijn eigen visie volledig loslaten en dat kost wat tijd. Maar tijd bestaat niet in de droomwereld, dus binnen een oogwenk lukt dat me. Het is een ervaring van Verlichting.

Je neemt me mee en we ontmoeten een echtpaar waarvan de vrouw kanker heeft. Het is een ouder echtpaar, een jaar of 60, maar bijzonder vitaal, hun ogen glanzen. We gaan ergens in een café of koffiehuis zitten. Het interieur is veel wit en verder dan een paar meter om onze tafel heen kan ik niet zien, maar ik weet dat het groter is.

Jij zegt niks en laat mij, bij wijze van test denk ik, aan deze mensen voorzichtig uitleggen wat ik eerder van jou geleerd heb. Dat de kanker niet het einde is, dat er reĂŻncarnatie bestaat. De vrouw lacht en geeft me een high five. En feliciteert me dat ik dit al op jonge leeftijd door heb. Ik ben lichtelijk verrast maar moet daarna ook lachen. Haar man quote vervolgens de Tao Te Ching vers 38 aan mij:

The Master doesn’t try to be powerful;
thus he is truly powerful.
The ordinary man keeps reaching for power;
thus he never has enough.


The Master does nothing,
yet he leaves nothing undone.
The ordinary man is always doing things,
yet many more are left to be done.


The kind man does something,
yet something remains undone.
The just man does something,
and leaves many things to be done.
The moral man does something,
and when no one responds
he rolls up his sleeves and uses force.


When the Tao is lost, there is goodness.
When goodness is lost, there is morality.
When morality is lost, there is ritual.
Ritual is the husk of true faith,
the beginning of chaos.


Therefore the Master concerns himself
with the depths and not the surface,
with the fruit and not the flower.
He has no will of his own.
He dwells in reality,
and lets all illusions go.

We staan op om te vertrekken. Als we bij de deur zijn vraagt de vrouw of ik wel eens paddo’s heb geprobeerd. Ik zeg van niet, maar dat dat wel iets is wat een keer in de planning zit en ik knik daarbij naar jou met een glimlach. Ze ziet er dan een paar staan in zo’n zelfgebouwde “kas” op de verwarming naast de deur, maar de jongeman die de bediening deed zegt dat die van hem zijn, voor zijn eigen gebruik, dus we laten het daarbij. We vertrekken.

We lopen over een brede brug, het is nacht en er ligt wat sneeuw. De brug lijkt op een brug die ik hier in de buurt ken. Gek genoeg loop ik in slechts een badjas en op blote voeten maar het is niet koud. Ook kou bestaat blijkbaar niet in de droomwereld. Je plaagt me, trekt me naar je toe, ik duw je lachend weer weg. Het is een leuk spel. De Liefde is diep maar voelt jong, onze harten zijn licht. Gelukkig.