Scan

‘Je kan je hier even uitkleden tot aan je ondergoed, vergeet niet om alle sieraden af te doen. Heb je piercings?’

Ik knikte en greep naar mijn linkerwenkbrauw, en herinnerde mij dat ik het ringetje de avond ervoor al weggehaald had.’Nee, die is er al uit.’ De assistent radioloog knikte even terwijl ze mij inschattend aankeek. ‘Heb je claustrofobische neigingen?”Nee, geen last van.’ Verdomme, ik had een hele checklist ingevuld..was dit een overhoring ofzo? Ze keek mij nog even recht in mijn ogen aan, alsof ze mijn innerlijke irritatie aanvoelde.
‘Als je klaar bent met omkleden kom je maar naar binnen.’ Met die woorden draaide zij zich om en verliet de kleedsluis, mij alleen achterlatend.
Ik keek om mij heen naar de dofgroene wanden, het houten bankje en de 2 zilverkleurige haken om je kleding aan op te hangen. Precies gelijk aan alle andere omkleedhokjes in alle andere ziekenhuizen in Nederland, net zoals die typische ziekenhuisgeur die in elk ziekenhuis in Nederland hetzelfde is. Alsof het één of andere ongeschreven richtlijn is waar ieder ziekenhuis zich aan moet houden..

Daar sta je dan, in de kracht van je leven. Klaar om voor de eerste keer kennis te maken met de MRI scanner. Godverdomme, waarom moet mij dit nu net overkomen? Alsof het gedeeltelijke verlies van het zicht in mijn rechteroog al niet genoeg was om mee te moeten leven..Had ik nog wel een leven?

Ik vergeet het gezicht van mijn oogspecialist nooit meer, op precies het moment dat hij wegkeek van de contrastvloeistof foto’s om mij aan te kijken.
“Ok, luister. Je gaat nu naar beneden, naar de afdeling Radiologie en je maakt een afspraak. Voor zo snel mogelijk, in ieder geval deze week nog. Ik schrijf even een briefje voor je, en ik zal er ook nog even achteraan bellen. Om heel erg eerlijk te zijn : dit ziet er niet goed uit. De bloedstroom naar je rechteroog doet er aanzienlijk langer over dan die naar je linker oog. Verder zie ik hier (hij wees naar het beeldscherm) een donkere massa die er niet hoort te zitten. Je moet hoe dan ook deze week nog in de scanner, hoe sneller hoe beter!”
Ik schrok behoorlijk. “Wat bedoel je? Is er iets in mijn oog echt kapot? Ga ik blind worden?” Hij schudde zijn hoofd. ‘Nee, dit is niet je oog waar ik het over heb,’ (hier tikte hij even op het beeldscherm) ‘dit zit achter je oog’ ‘Wat bedoel je achter? Er zit helemaal niets achter behalve een zenuw en… oh’ Hij knikte.
‘Ik mag dit eigenlijk niet zeggen, ik ben geen neuroloog. Er is een grote kans dat het niets is, maar wij moeten wel even uitsluiten dat het wél iets is..’

Daar sta je dan, eind 20 en het verschrikkelijke woord is gevallen. Nou ja, niet letterlijk. Maar DE ziekte, de ziekte waaraan alleen oude mensen sterven steekt dan toch voor de eerste keer haar klauwen uit naar jou. Niet je Oma, niet je Ooms of tantes of andere mensen..maar ze klopt aan bij jou. En als zij eenmaal aangeklopt heeft, dan zit ze in je hoofd. Op dat plekje waar je naartoe gaat als je ‘s avonds alleen in je bed ligt en je toch al niet zo goed voelt. Dat plekje waar angst het wint van de realiteit die je iedere dag zelf opnieuw in je hoofd creëert. Dat plekje waar je opeens, met koude rillingen over je ruggegraat beseft dat ook jij sterfelijk bent .
Ik ontdeed mij van mijn kleding en stapte de deur naar de scannerruimte door. Het was er best koud, en ik voelde mijn huid verstrakken. De MRI scanner nam het grootste deel van de ruimte in beslag, een meer dan 3 meter lange witte tunnel met een behoorlijke doorsnede. Daar was hij dan, mijn rechter en jury. In de muur aan mijn rechterhand zat een raam van een meter of twee breed, en daarachter zaten de radioloog en de assistente mij aan te kijken.

Een luidspreker kraakte ‘We zijn klaar om te beginnen, ik kom zo bij U’ De radioloog zelf was al een paar jaartjes ouder en dus wat formeler blijkbaar. Ik kon de starende blikken (de beruchte wel-kijken-maar-niet-willen-dat-de-ander-weet-dat-je-kijkt blik) niet plaatsen, totdat ik mij realiseerde dat het waarschijnlijk de tatoeage op mijn rechterbovenarm was die zo erg de aandacht trok van de dames. Ietwat zekerder van mijzelf liep ik om de tunnel van de scanner heen en ging alvast zitten op het uitstekende deel dat mij later de tunnel in zou schuiven.

De radioloog overlegde nog even met de assistente en kwam toen de ruimte waar de scanner stond binnengelopen. ‘U kunt gerust alvast gaan liggen, dan stel ik alvast de scanner in.’
Gehoorzaam ging ik op mijn rug liggen, handen over mijn buik alsof ik Toetankhamon zelf was. Mijn hart ging aardig tekeer op dit punt, ik merkte dat ik toch iets erger gestressed was dan ik zelf door had gehad die ochtend. Ik staarde naar boven en kon hetzelfde standaard systeemplafond zien dat ook ieder ziekenhuis in Nederland heeft. Misschien zelfs wel ter wereld.

‘Heeft U zelf een cd meegenomen om naar te luisteren? U weet dat de scanner harde geluiden maakt die veel mensen als onaangenaam ervaren?’ Ik moest even grijnzen. ‘Nee, ik heb geen muziek bij mij. Om eerlijk te zijn : in Uw oren zou de muziek die ik wilde meenemen waarschijnlijk even onaangenaam geklonken hebben als het geluid van de Mri’ (voor de kenners – the downward spiral van NiN -). Mijn flauwe poging tot humor geen niet helemaal onopgemerkt voorbij, want er verscheen zowaar een lichte glimlach op haar gezicht. ‘Dat is mooi, want wij moeten verplicht meeluisteren. Ik kan U wel de radio aanbieden?’ Ik knikte, waarom ook niet? En kreeg een plastic headset met knalgele speakerdopjes aangereikt.
Die schoof ik over mijn hoofd, en ik ging weer in mijn mummy houding liggen. Plots (vraag mij niet waarom, ik heb een hang naar drama..) schoot mij de litanie van de Bene Gesserit uit Frank Herbert’s Duin mij te binnen..


I must not fear
Fear is the mind-killer
Fear is the little-death that brings total obliteration
I will face my fear
I will permit it to pass over me and through me
And when it has gone past I will turn the inner eye to see its path
Where the fear has gone there will be nothing
Only I will remain

Jazeker, ik ken mijn SF klassiekers wel :p maar dat terzijde.
Ik realiseerde mij dat ik het volgende uur voor mijzelf of heel naar of redelijk te verdragen kon maken, en ik was gelukkig blijkbaar in staat om voor het tweede te kiezen. Toen de stellage met spiegel over mijn hoofd geschoven werd kwam er een merkwaardige rust over mij heen, en ik kon mij daadwerkelijk een beetje ontspannen. Langzamerhand begon ik ook het gebrek aan slaap van de afgelopen nacht te voelen, ik had amper geslapen van angst. Binnen 24 uur van een oogaandoening naar een mogelijke hersentumor..Jezus.

Ik zuchtte diep, en terwijl de machine begon met mij in de tunnel te schuiven sprong de radio aan. ‘angels’ van Robbie Williams, Godverdomme. 3Fm.
Het schuiven stopte, en ik keek zo goed en kwaad als ik kon om mij heen. De tunnel was van binnen stukken minder ruim dan van buiten, er zat maximaal een centimeter of 40 tussen mijn gezicht en de wand van de scanner. Heel even voelde ik het drukkende gevoel dat je lichaam ervaart op die momenten dat je beseft dat je in een extreem nauwe ruimte bevind. Alsof de mentale druk heel even fysiek wordt..
En toen begon het gekraak en geklik. Ik moet toegeven, ik had het veel erger verwacht naar aanleiding van de folders. In werkelijkheid was het niet veel harder dan ik mijn mp3 speler gemiddeld heb staan, en ik ben al wat ouder dus zo hard staat hij inmiddels niet meer 😉
Ik begon de tijd te doden met wat kijkspelletjes via de spiegel die net boven mijn hoofd hing, blijkbaar om mensen in ieder geval een blik te gunnen op de buitenwereld die nu zo ver weg leek. Ik deed nog wat gedachtenexperimenten en ademhalingsoefeningen, en langzaam maar zeker begon alle stress uit mijn lijf te verdwijnen. In….uit. In…..uit.

Opeens schrok ik van de stem van de radioloog, ze klonk lachend in mijn oren via de headset.
“Meneer, het is wel de bedoeling dat U wakker blijft!” Op de achtergrond kon ik de assistente horen mee lachen.