Vonnis

There should be a word for that brief period just after waking when the mind is full of warm pink nothing. You lie there entirely empty of thought, except for a growing suspicion that heading towards you, like a sockful of damp sand in a nocturnal alleyway, are all the recollections you’d really rather do without, and which amount to the fact that the only mitigating factor in your horrible future is the certainty that it will be quite short.
~ Terry Pratchett, Mort

Toen ik naar aanleiding van de eerste serie onderzoeken voor de 2e keer binnen een week mijzelf terugvond in de behandelkamer van “mijn” oogarts was mijn gemoedstoestand op zijn zachtst gezegd enigszins bedrukt. In principe had ik de uitslag niet nodig om mij te vertellen wat ik al lang wist : op drie dagen tijd was ik zo goed als het complete zicht in mijn rechteroog kwijt geraakt. Voor goed.

Ik bestudeerde het gezicht van de (bovengemiddeld aantrekkelijke, dat dan weer wel) vrouw tegenover mij zorgvuldig terwijl ze zich hakkelend door haar analyse heen werkte, duidelijk niet op haar gemak vanwege de slechte boodschap die ze te brengen had. En ik? Ik wachte rustig op de woorden die ik in mijn hart allang kende maar die mijn verstand niet wilde horen : Slechte prognose. Geen behandeling mogelijk. Naar alle waarschijnlijkheid functioneel blind. Drie zinnen die tesamen het vonnis vormden die vanaf nu een vaststaand feit zijn geworden.

Artsen (en ik heb er inmiddels al wat leren kennen in de afgelopen jaren) hebben ieder zo hun eigen stijl, en deze vrouw had iets zachts en breekbaars in haar fermheid – wat ik erg kon waarderen (en dan niet alleen vanwege de ‘chickie’ factor). In sommige opzichten leek het gesprek voor haar zwaarder te vallen dan voor mij, achteraf bedacht ik mij dat het uiteraard ook niet vaak zal voorkomen dat ze een relatief jong iemand  dergelijk slecht nieuws moet overbrengen. Mijn case zal wel besproken worden op een congres van oogspecialisten vanwege de zeldzaamheid van de aandoening – andere mensen winnen de loterij, dit is wat het leven mij toe werpt. En dat kan ik zonder enige vorm van cynisme schrijven merk ik met enige verbazing.

Ik ben een beetje moe van alle gesprekken die ik hierover met alles en iedereen schijn te moeten voeren. Ja, ik kan er vooralsnog redelijk mee omgaan. Maar het continu hervertellen van hetzelfde verhaal, de continue stroom van sympathie en medelijden – het is vermoeiend. De complimenten over hoe ik hier mee om weet te gaan vallen – hoe goed bedoeld en gemeend dan ook- mij inmiddels ook wel zwaar.

Ik ben geen fucking heilige alleen maar omdat dit hele gedoe mij niet gereduceerd heeft tot een armlastig hoopje ellende dat jankend in bed blijft liggen de hele dag. Nee. soms merk je helemaal niets aan mij, maar ja ik heb mijn donkere momenten en gedachtes écht wel. Maar dat zijn de dingen die mensen helemaal niet willen horen omdat het ze compleet uit hun comfort zone zou halen en ze niet meer zouden weten wat te zeggen of te doen. Soms voel ik de neiging om eens écht te zeggen wat ik denk en voel, over dat specifieke moment dat ik mij realiseerde dat na 13 jaar mijn oog de strijd opgegeven had en ik bijna mijn zelfbeheersing verloor in een vlaag van ongerichte woede op alles en niets. Of over de ochtenden dat ik mijn ogen niet open wil doen en wel kan janken omdat ik weet dat het eerste wat ik zie het gigantische verschil in zicht tussen mijn twee ogen zal zijn. Of over die keren dat ik opsta uit bed en prompt mijn evenwicht verlies omdat mijn hersenen de input nog niet kunnen verwerken. Of misschien wel die ene zwartgallige avond met iets teveel alcohol in mijn systeem waarop ik diegene die mij dit in eerste instantie heeft aangedaan vervloekt heb tot in de binnenste cirkel van de hel aan toe – terwijl ik niet eens gelovig ben.

Dat is allemaal eigenlijk ook niet relevant. Ik heb inmiddels al geleerd dat het niet uit maakt wát je in je leven allemaal tegen komt, het is hoe je er mee omgaat. Dat is een levensles die ik al gehad had, en het zijn momenten als deze die de lakmoes proef zijn voor je levenshouding en idealen. Misschien is dit wel de volgende les die ik te leren heb : het is verdomde moeilijk om je niet in een slachtofferrol te wentelen als je daadwerkelijk een soort van slachtoffer bent. Ik geef niet toe, wat er verder ook nog op mijn pad komt. Mijn schaduwkant en ik, wij zijn door de jaren heen dikke matties geworden en komen hier samen wel uit. Wat het voor de toekomst inhoud behalve nog een shitload aan ziekenhuis bezoekjes? Geen idee. Het enige dat ik zeker weet is dat ook dit mij niet zal breken, ik ga door.

Zoals altijd.