Realisatie

Zoals zo vaak als ik er even doorheen zit vind ik mijzelf terug bij het graf van mijn moeder. Na bijna drie jaar begint het zo langzamerhand op te gaan in de omgeving, iets waar mijn vader moeite mee heeft maar waar ik de schoonheid van inzie. Pa heeft denk ik meer behoefte aan..een Plek. Een markering. Een monument dat zegt “hier ligt Zij. Moeder, echtgenote, mens. Ze liet de wereld een stukje mooier achter dan hij was toen ze hem aantrof”.
Niets van dat alles op de natuurbegraafplaats. Een maaskei (inherent aan de omgeving, de hele provincie ligt vol met die dingen) en een eenvoudig houten bordje gemaakt van een boomstam. En een laatste rustplaats die overwoekert is met planten die daar grotendeels door mij geplant zijn.

Ik ga op de vochtige grond zitten met mijn rug tegen een boom terwijl ik in mijn hoofd een monoloog afsteek tegen mijn moeder. De grondslag van iedere religie is denk ik het geloof dat er altijd iemand is die naar je luistert, ook al krijg je geen antwoord. Vandaag zoek ik ook helemaal geen antwoorden, ik zoek een luisterend oor – en er is niemand bij wie ik terecht kan behalve dan bij mijn moeder.

Het probleem is voor de verandering eens geen vrouw, werk of andere triviale zaken maar mijn vader. Hoewel $zus het wel weer categorisch zal blijven ontkennen totdat het te laat is, is er wel degelijk een een reden om mij zorgen te maken. Pa heeft de dood in de ogen gezien, en hij is bang. Het verlamt hem. Toen ik vanmorgen aan kwam om mijn zorgtaak op mij te nemen schrok ik mij om eerlijk te zijn kapot van hoe hij er uit zag, en met name de blik in zijn ogen. Hij kijkt als iemand die de moed al heeft opgegeven, en dat is vaak de laatste halte. De trein rijdt niet verder, vergeet u alstublieft uw bagage niet bij het uitstappen.
Ik doe mijn best om hem op te monteren, perspectief te bieden. Maar ik weet dat ik tekort schiet. Dat is een harde conclusie, maar Pa zit op een plek waar ik hem niet kan bereiken hoe hard ik ook probeer. We hebben weer een ruzie gehad, een echte. Ik vervloek mijzelf erom, ik had..volwassener moeten zijn. Even een glimlach door de tranen heen die inmiddels over mijn wangen rollen. Tsja, volwassener zijn. Over een structureel probleem gesproken.
Uiteraard ben ik man genoeg geweest om het meteen te ontzenuwen, het goed te maken. Ik wil niet bijdragen aan zijn ellende, ik wil zijn last verlichten. Weer zo’n rode draad. Helaas is wat ik wil niet altijd wat ik doe.

Het punt is, en het is een ontzettend pijnlijke realisatie..Dat ik mij erger aan karaktertrekken van hem die ik herken in mijzelf en die ik..verafschuw in mijzelf. Die ik niet mooi vind. De karaktertrekken die mij relaties gekost hebben omdat ik niet genoeg mijn eigen man kon zijn maar gebukt ging onder andermans tekortkomingen. Ik haat mijzelf om die realisatie, het is niet heel erg mooi van mij om zo te denken – maar het is wat ik doe. Het idiote is dat ik van mijn vader hou zoals hij is, onvoorwaardelijk – met zijn onhebbelijkheden erbij. Ik weet wie hij is en waar hij vanaf komt, en dat hij ook maar een speelbal van het lot geweest is.

Ik zou alleen zo graag weer eens last van mijn eigen fouten en tekortkomingen willen hebben. Niet diegene die we samen delen.

Leave a Reply