Morgen zal nooit meer komen – II

Kijkend naar het vuur dwaalden mijn gedachten als vanzelf naar de tijd die wij samen hadden doorgebracht. Zoveel herinneringen op zo’n korte tijd..bizar. We waren niet echt vaak bij elkaar geweest, maar we deelden een schat aan gezamenlijke momenten en verhaaltjes. Het was allemaal zo snel gegaan.. Hoewel ik geleerd heb om mij volledig aan een relatie of persoon over te geven (en dat ook nog niet eens sinds lang, eigenlijk pas sinds mijn avonturen in Zweden die elders op deze site gedocumenteerd staan) was dit pas de tweede keer in mijn leven dat ik voor mijzelf kon toegeven dat ik alles gegeven had wat er te geven viel. Geen knagende ‘had ik maar’ of ‘had ik maar niet’ , geen woede…wel spijt. Ik heb een soort antipathie tegen ‘onvervuld potentieel’ , en het waren die woorden die ik naar alle waarschijnlijkheid zou blijven associëren met de afgelopen maanden.

Er knapte een takje in het vuur, en plots voelde ik haar hoofd op mijn schouder leunen. Hoe lang hadden we nu al naast elkaar in het vuur zitten te staren? Het was alsof ik de warmte van haar wang kon voelen door mijn jas  heen, en ik draaide mijn hoofd iets zodat ik haar onopgemerkt vanuit mijn ooghoeken kon observeren. Haar  blauwe ogen -Waarom zijn de ogen van mijn geliefdes altijd blauw?-  keken strak naar de vlammen terwijl ze gedachtenloos (of juist in gedachten verzonken) zachtjes kauwde op een velletje aan de binnenkant van haar wang. Mijn ogen gleden over de zo vertrouwde trekken van haar gezicht. Verliefdheid verandert naarmate je ouder wordt, tenminste bij mij wel. Niet langer meer die extreme gevoelens die door mijn lijf gierden maar een fijne warme stroom van vertrouwdheid en liefde. Een gevoel van bij elkaar horen..

Blijkbaar voelde zij aan dat ik haar zat te observeren want plots draaide ze haar hoofd en keek mij recht aan. “Je vindt dit toch niet vervelend?” “Nee. Om heel erg eerlijk te zijn vind ik het fijn om zo te zitten.” Zij maakte dat tevreden geluidje achter in haar keel waar ik zo dol op ben, waar ik iedere keer opnieuw als een blok voor val. Er waren avonden dat we tegen elkaar aankropen in bed en dan om de beurt die geluidjes tegen elkaar maakten totdat een van ons (vaak beide tegelijkertijd) moest lachen, waarna er een onvermijdelijke knuffel volgde. Een heel eigen woordeloze communicatie die toch precies overbracht wat wij alle twee voelden. God, wat miste ik dat..Echt idioot hoe het altijd de kleine, voor neutrale buitenstaanders vaak onbelangrijke dingen waren die ik aan haar miste als wij voor een langere tijd niet bij elkaar waren. Voor mij waren juist die kleinigheden de dingen die onze relatie voor een groot deel haar eigen unieke karakter meegaven.

Ik schraapte mijn keel en spuwde zonder er bij na te denken in het vuur, waar mijn speeksel sissend opging in stoom. De tijd van zwijgen was nu wel even klaar, het was tijd om te zeggen wat ik nog te zeggen had. Dit zou niet een heel erg prettig gesprek worden, maar er was geen enkele reden om het nog langer uit te stellen. Soms voelt het als mijn lot om mensen eeuwig en altijd terug te moeten werpen op zichzelf, en dit was weer zo’n moment.

“Ik ehm..nou ja. Je bent niet hier naartoe gekomen om samen met mij naar het vuur te kijken, je wilde graag een Afscheid. Om heel eerlijk te zijn -en dat heb ik je al eerder gezegd- zie ik het nut daar niet echt van in. Je hebt namelijk allang afscheid genomen van mij, van ons. En het idee bekruipt mij dat je op deze manier alleen maar je eigen schuldgevoel probeert te sussen. Een schuldgevoel dat, in mijn ogen, volstrekt onzinnig en niet op zijn plaats is; Gevoel is niet te dwingen. Het is er, of het is er niet. Je dacht dat je wel van mij zou kunnen gaan houden, en je bent erachter gekomen dat dat niet zo is. Dat is ok. Geloof het of niet, ik ben een sterke en volwassen man die al aardig wat gezien en meegemaakt heeft. Het is geen keuze om wel of niet van iemand te houden, het overkomt je. En dat is ok..”

Ik liet even een pauze vallen. Dit was niet echt het begin dat ik in mijn hoofd had zitten, maar de werkelijkheid maakt nu eenmaal graag korte metten met illusies. “En, en dit is erg belangrijk voor mij, ik heb dus geen zin in een gesprek waarbij ik 80% van het gesprek in mijn eentje aan het voeren ben.” Ik voelde hoe zij enigzins in elkaar kromp terwijl ik de woorden uitsprak, en ze tilde haar hoofd van mijn schouder, blik omlaag naar de grond. “Hey”  zei ik zacht..Geen reactie. Nee, niet weer. Niet nu! “Hey..” herhaalde ik, iets harder. De enige respons was een bijna onmerkbare zucht. “Chickie toch..” Bij het horen van haar koosnaampje schoten haar ogen even omhoog en vonden de mijne. “Je hoeft niet bang te zijn..ik ben niet boos. Ik benoem wel de feiten, en als je die niet prettig vindt is het misschien wel aan jou om die feiten te veranderen of te nuanceren? Ik verwijt je niets, je bent wie je bent en het is zoals het is. Daar hoeft niet ook nog een keer een onnodige lading van schuldgevoel bij te zitten.” Ze bleef mij even aankijken, en even was het alsof ik de pijn in haar blauwe ogen zag schitteren. Nee, dat was projectie. De tijd van alles voor haar invullen was voorbij.

“Je weet dat ik al langere tijd bang was dat het gewoon niet ging werken tussen ons” fluisterde ze zacht. Ik beet op mijn tong. WEER dat zinnetje. Nee, kop dicht.  Als ik een volwaardig gesprek wilde voeren zou ik haar wel de ruimte moeten gunnen om met haar eigen mening en standpunten naar voren te treden. Los van alle overeenkomsten waren we nu Anders,  beide mooi en krachtig op onze eigen unieke manier. Ik zou mijn eigen verongelijkte gevoel echt moeten zien los te laten om dit gesprek een eerlijke kans te bieden. Ik rechtte mijn schouders en keek haar aan met een vragende blik en een flauwe glimlach op mijn lippen. “En waarom? Daar heb je nooit echt een concreet antwoord op kunnen geven naar mijn gevoel..” Dat zou dan maar neutraal genoeg moeten zijn.. Er viel een stilte. “We zijn gewoon..te anders. Ik kan jou niet geven wat je wil, wat je nodig hebt. Ik hou van je, maar het is gewoon niet genoeg.”

Ik voelde hoe mijn maag onrustig werd, en er werd een stoot adrenaline door mijn lijf gejaagd toen ik haar wederom hoorde teruggrijpen op die bekende twee zinnetjes. Een behoorlijke irritatie begon zich van mij meester te maken. Negen maanden, negen FUCKING maanden en weer die twee zinnetjes? Dat was alles? En..zou er dan per se meer moeten zijn of was dat weer mijn eigen gekleurde verwachtingenpatroon, mijn hang naar drama en diepgang? Plots realiseerde ik mij dat die irritatie niet zozeer verbonden was met haar woorden als wel met de implicaties ervan. Wie dacht zij wel niet te zijn dat uitgerekend ZIJ voor mij kon beslissen wat wel en niet goed genoeg voor mij was? Volgens mij was ik nog altijd zelf verantwoordelijk voor mijn eigen beslissingen daarin..

Nee, ik zou mijn irritatie niet in de weg laten staan van dit gesprek. Daarmee zou ik alleen maar afbreuk doen aan..ja aan wat eigenlijk? Mijzelf? Aan ons?

“Ga door..” fluisterde ik. Haar ogen gingen weer richting grond, en er viel wederom een stilte. Toen ik haar daar zo zag zitten, enigszins in elkaar gedoken alsof ze zich daarmee zou kunnen onttrekken aan datgene waar zij zo voor vreesde werd ik overvallen door mijn vertrouwde gevoelens van warmte en liefde voor deze prachtige vrouw. Zij leek zo kwetsbaar,zo ontzettend bang..Nee, ook dat was projectie. Ik zou mij niet meer laten lijden [sic] door wat ik dacht, ik wilde haar alleen nog maar beoordelen op haar woorden en gedrag. Dat zou niet meevallen, maar het zou Mooi zijn.

Even zochten haar ogen weer de mijne, en er was weer dat kortstondige gevoel van verbondenheid waar ik zo van ben gaan houden. “Het is gewoon..ik kan niet liefhebben. Ik kan mij niet geven, niet helemaal. Het lukt gewoon niet ok? En jij bent zo ontzettend lief, zo zorgzaam. Je verdient gewoon een betere vrouw, meer dan dit. Ik liet je gaan in liefde, snap je dat niet?” Er klonk iets van..wanhoop? Verdriet? in haar stem. Nee, niet invullen.

Ik draaide mijn hoofd naar boven en liet mij achterover zakken om mijn ogen de tijd te geven om weer aan het prachtige duister te wennen. Vanavond zou Venus helder zichtbaar moeten zijn, maar mijn pupillen waren in het schijnsel van de vlammen geslonken tot speldepuntjes en de sterrenhemel was vooralsnog vrij onduidelijk zichtbaar. “Nee, dat snap ik niet. Iemand ‘laten gaan in liefde’ is voor mij..gewoon onzinnig. Tenminste, in deze context, met deze onderbouwing. Liefde..liefde gaat niet over afkappen. Liefde is groei, stimulatie. Liefde is de mooiste emotie die wij kennen, en zij is puur en zonder enige schaduw. Ze kan alleen sterk vertroebelen onder invloed van andere emoties, alsof je een druppel zwarte inkt in een glas schoon water laat vallen. Maar weet je, als je dan niet gaat roeren en de inkt dicht genoeg is..dan zakt deze als een volmaakte druppel naar de bodem om daar een laagje zwart te vormen.” Ik schudde mijn hoofd om deze voor mij zo typerende bijna Jungiaanse beeldspraak.
 

Er klonk een zucht van haar kant. “Heeft dit wel zin? Ik bedoel..we begrijpen elkaar gewoon niet. We zijn zo anders..”  Dit zou normaal gesproken het punt zijn waarop ik het  heft in handen zou nemen om het gesprek een positieve wending te geven, maar ik zette mijn kiezen stevig op elkaar en telde inwendig tot tien. Geef haar de ruimte, geef haar de ruimte..Er gingen enkele minuten in stilte voorbij, waarbij de atmosfeer met de seconde beklemmender begon aan te voelen.  ” Ik zou het fijn vinden als je je hart eens zou luchten, maar dan Echt” antwoorde ik uiteindelijk. “Ik heb om eerlijk te zijn het idee dat je niets anders doet dan je verschuilen achter dezelfde clichématige zinnetjes die je altijd gebruikt, maar daar heb ik niets aan. Ik wil weten wat je denkt, wat je voelt. De waarom vraag laat ik voor het gemak even achterwege, maar -sorry- je maakt mij echt niet wijs dat je graag een gesprek wilde om deze 5 zinnen in mijn gezicht te kunnen zeggen. Ehm, nou ja. Ben ik te volgen?”

” Ik heb het geprobeerd Maurice, ik heb het geprobeerd!” Er klonk iets van ergernis door in haar stem. ” Geprobeerd?”  antwoorde ik. ” Geprobeerd? Ben jij echt naief genoeg om te proberen om van iemand te houden? Daar geloof ik helemaal niets van. Zo dom ben je niet, dat gaat er bij mij echt niet in..” Ik draaide mijn hoofd naar rechts en zag haar wederom in elkaar gekrompen naar het vuur staren. Waar was die vrouw toch zo godsgruwelijk bang voor?  ” Ik dacht dat het er was, maar het was er gewoon niet. Sorry, ok? Ik heb soms gewoon wat langer nodig dan andere mensen om dat soort zaken door te krijgen.” ” En daar had je negen maanden voor nodig? Negen maanden waarin we bijna iedere keer dat wel elkaar zagen de liefde bedreven, lepeltje-lepeltje in slaap vielen en soms zelfs zo wakker werden -en dat is toevallig FUCKING bijzonder voor mij!- , waarin je mij naar eigen zeggen gemist hebt als we niet bij elkaar waren, je van de weeromstuit van die schattige keelgeluidjes begon te maken als je mij vanuit de trein op het station zag staan, waarin je mij huilend in mijn armen viel toen ik op Schiphol stond en we minuten lang, misschien wel een kwartier! in stilte hebben staan te knuffelen en op te gaan in onze liefde voor elkaar? En al die tijd dacht je dat je van mij hield en zat je er godverdomme -sorry- naast?! Ik heb er echt moeite mee om dat te accepteren, ik kan het gewoonweg niet geloven. Ik heb een behoorlijk sterk ontwikkelde emotionele radar, en die doet NIET! bliepbliep bij dit gedoe!” 

Ik moest ondanks alles zelf even lachen om die laatste zin. Dwaas en Magiër, inderdaad. De pretentie van Mulisch, de beeldspraak van Vinkenoog en eh het talent van Mij.