Glimpen van een jaar

Een glimp van mij in de woorden van een ander

Gif

Net als ik de deur van mijn auto open hoor ik hem schreeuwen. Als vanzelf kijk ik om en even voel ik mijzelf verstijven. Daar heb je er weer één. Bord met samenzweringsonzin over een uitpuilende buik. Grijs grauwe huid van het roken. De beschuldigingen en scheldwoorden glijden inmiddels moeiteloos van mij af, dat is wat het rode embleem op mijn linkerborst blijkbaar bij dit soort mensen oproept.

Met alle vriendelijkheid die ik nog kan opbrengen na een dag van 14 uur werken vraag ik de man om afstand te nemen, een verzoek dat nog meer olie op het vuur lijkt te gooien. Hij doet nog een stap naar voren en ik voel de speeksel druppels op mijn arm belanden als hij zijn verwensingen over mijn heen spuugt.

Als ik zie dat hij vervolgens een foto maakt van het nummerbord van mijn auto knapt er iets in mij en er ontbrand uit het niets een gifgroene haatvlam in mijn maag. In een waas smijt ik mijn tas op de grond en net voordat ik hem bij zijn strot kan grijpen hoor ik achter mij een kreet en zie ik in een flits een beveiliger tussen ons inspringen.

In de auto naar huis tril ik nog na; niet van angst maar van woede. Niet op die malloot wiens gezicht ik al weer vergeten ben, maar op mijzelf. Omdat het gif ondanks alles toch nog vat lijkt te hebben op mij.

Vast

Ergens in het midden van de videocall besef ik mij plots dat ik vast zit. Het onderwerp interesseert mij niet, ik ben de zoveelste webcamblik op de zoveelste keukentafel meer dan beu en er is in mij geen greintje bevlogenheid of inspiratie meer te vinden. Het gaat over geld, over de toekomstplannen van het bedrijf. Over “mooie nieuwe kansen” en meer van die inhoudsloze managementspeak die sinds de overname de nieuwe bedrijfsreligie lijkt te zijn geworden.

Voor de zoveelste keer stel ik een directe vraag aan mijn gesprekspartner die voor de zoveelste +1e keer een ontwijkend en nietszeggend antwoord geeft. Dan de realisatie…
Fijn dat ik inmiddels meer geld verdien dat ik realistisch gezien nodig heb..maar is het dit waard? Is het niet vreemd dat ik meer uitkijk naar mijn vrijwilligerswerk dan mijn eigenlijke fulltime baan?

Ik zit hier vast. Vast in de tredmolen van meer salaris, meer verantwoordelijkheden en minder te doen. Muurvast in het achterover leunen, mijzelf van virtuele meeting naar virtuele meeting sleuren en niets presteren. Niets bijdragen.

Dan is er het besluit. Ik moet en ga hier weg.

Ontmoeting

De stilte hangt bijna dreigend tussen ons in als we de bovenkant van de heuvel bereiken. Ik neem haar even steels in mij op. “Is er iets?” Vraag ik. “Nee hoor” klinkt het gemaakt luchtig.
Onhoorbaar – althans dat hoop ik dan maar – slaak ik een zucht. Niet dit weer.

Een uur later zie ik de remlichten van haar auto opflitsen voordat ze de parkeerplaats verlaten. Ik grijp mijn telefoon, zoek ons gesprek op en verwijder alles na een nietszeggende afscheidsgroet.

Daarna klik ik op “blokkeer”.

Afstand

Met stijgende verbazing en groeiende ergernis lees ik de woorden op mijn scherm. Ik ben het zat, spuugzat. Het gebrek aan zelfreflectie, het wentelen in een niet passende slachtofferrol..ze wekken alleen nog maar afkeer en wrevel in mij op.

Ik ken ze namelijk, het waren mijn eigen gedragingen en patronen waar ik jarenlang mee heb moeten worstelen eer ik ze kon loslaten. Weer het besef dat het aangeleerd gedrag was. Aangeleerd van hem..

En dan is er plots daadkracht. Het interesseert mij geen ene fuck het om familie gaat of niet. Behandel mij als een volwaardig mens, een volwassen man..of verdwijn grotendeels uit mijn leven.

Voor nu is het optie twee.