Dagboek van een reiziger: Bangkok & beyond

In another moment Alice was through the glass, and had jumped lightly down into the Looking-glass room. The very first thing she did was to look whether there was a fire in the fireplace, and she was quite pleased to find that there was a real one, blazing away as brightly as the one she had left behind. “So I shall be as warm here as I was in the old room,” thought Alice: “warmer, in fact, because there’ll be no one here to scold me away from the fire. Oh, what fun it’ll be, when they see me through the glass in here, and can’t get at me!”

~ Lewis Carroll : Through the Looking-Glass, and What Alice Found There

Uit mijn reisdagboek :

Holy Shit. Bangkok. Wat een stad. Architectonische chaos. Tempels op iedere straathoek. En dan het verkeer..Gekmakend. Toeterend. Tuktuks, taxi’s en bussen krioelen door elkaar heen als mieren in een mierenhoop. En.het.gaat.maar.door… 24u per dag, zonder enige adempauze. Mental note : betekent mijn tattoo in het Thais ‘happy end’ of ‘need tuktuk ride’ ?

(…)

In het kader van mijn bucketlist / ten things to do before you die : Een tuktuk rit maken in hartje Bangkok is de moeite waard. Zorg wel dat dit het laatste puntje van je lijst is, voor de overige kon het anders wel eens te laat blijken te zijn.

(…)

Godverdomme, de eerstvolgende keer dat ik zo’n veel te oude lelijke europese vetklep van een jonge Thaise vrouw zie eisen dat zij hem op zijn mond zoent bij het afscheid en zij met een blik van walging op haar gezicht gehoorzaamd sla ik hem op zijn bek, Thaise bajes of niet. Walgelijk. Nog zoiets, waarom kleden al die Thaise vrouwen zich ‘s avonds laat als hoertjes? Of ben ik nu verschrikkelijk naïef? (latere toevoeging : de vraag stellen is hem beantwoorden..)

Zoals misschien al uit een eerdere post van mij op te maken viel was het bepaald niet liefde op het eerste gezicht tussen mij en Bangkok. In tegendeel, ik refereerde het grootste deel van mijn reis aan ‘de hel van Bangkok’ zodra het over de metropool ging. Nu ben ik van oudsher ook niet écht een stadsmens, maar Bangkok hield voor mij een dusdanige cultuurshock in dat de weerstand die ik voelde in eerste instantie niet te overwinnen was. Ten eerste is er het lawaai. Waar je ook bent, hoe laat (of vroeg) het ook is, er valt niet te ontkomen aan de continue geluidsstroom van het verkeer. Ik heb al wat meer grote steden gezien in die bijna 38 jaar dat ik rondwandel op deze aardkloot, maar een stad met 12 miljoen + inwoners (afhankelijk van wat je tot Bangkok wil rekenen, de oude stad zelf zo’n 8 miljoen, compleet met voorsteden etc zo’n 15 miljoen) was wel even slikken. De smog, het klimaat, de drukte, de chaos..Het waren nogal wat indrukken die ik te verwerken kreeg terwijl ik stijf stond van de jetlag. Ik had voor mijn vertrek nog de tegenwoordigheid van geest gehad om een hotel te boeken voor de eerste twee nachten, en dat bleek een ontzettend goede zet. Na bijna 20u onderweg te zijn geweest en geen minuut slaap gehad te hebben (hoe de fuck kunnen mensen slapen in een vliegtuig? serieus..) was het een geschenk uit de hemel om mijn taxichauffer (de eerste in een lange rij van vriendelijk glimlachende Thai die mij behoorlijk wist af te zetten) eenvoudigweg een adres onder zijn neus te kunnen drukken om vervolgens achterin de taxi weg te zakken en te genieten van het uitzicht tijdens mijn rit naar het hotel.

Omdat het midden op de dag was kreeg mijn lichaam meteen de volle laag van het tropische klimaat (37+ graden) te verwerken, wat naast de lichamelijke uitputting van de reis eigenlijk wel de genadeklap was. De rest van de dag heb ik in een half slapende, half wakende toestand op mijn hotelbed naar de tv liggen te staren terwijl buiten de stad zijn razende gang ging. In die eerste uren vloog regelmatig een ‘waar de FUCK ben ik aan begonnen’ -achtige gedachtenstroom door mijn hoofd, het hele ‘ik regel helemaal niets en zoek ter plekke wel uit wat ik ga doen’  principe waar ik zo van kan genieten tijdens mijn reizen leek plots wel een tikkeltje naïef en voorbarig ; het voelde alsof ik op het punt stond om te verzuipen in alle indrukken en prikkels die deze vreemde stad tienduizenden kilometers verwijderd van de plek die ik ‘thuis’ noem te bieden had.

Zoals dat gaat met die dingen : de volgende dag voelde ik mij al iets beter hoewel de nacht mij slechts een aantal uren van ongestoorde slaap had weten te bieden. Na een eerste voorzichtige verkenning van mijn omgeving en een lichte maaltijd (en, shame on me : de tweede keer dat ik door een vriendelijk glimlachende Thai afgezet werd voor een Tuktuk ritje van nog geen 10 minuten) zocht ik al snel weer de betrekkelijke rust en veiligheid van mijn hotelkamer op alwaar ik wederom een fors aantal uren doorbracht met op bed liggen in een roes van halfslaap. Vaag herinner ik mij nog een live rapportage op Tv over de viering van het Thais/Chinese nieuwjaar, tevens mijn eerste kennismaking met het feit dat de Thai graag uitgebreid de tijd nemen voor alles (de viering duurt gewoon 10! dagen..). De tweede keer dat ik mijzelf van mijn hotelkamer wist af te slepen voelde ik mij wederom iets beter, hoewel ik – eerlijk is eerlijk- de combinatie van jetlag + de plotselinge klimaatwissel behoorlijk had onderschat van te voren. NA een halve liter bier + stevige maaltijd bij het Duitse restaurant aan de overzijde van de straat voelde ik mij in ieder geval goed genoeg om de stad nog even wat verder te verkennen. Op dit punt hoef ik alleen maar (nogmaals..) te refereren aan mijn eerdere post over Bangkok om uit te leggen hoe de rest van die dag verliep, en ergens in de late avond (het is in Bangkok 6u later dan hier) begon langzamerhand de realisatie van de manier waarop de Thai de touristen weten te bespelen tot mij door te dringen, mede door een ontzettend interessant gesprek dat ik met een Nederlandse expat had terwijl we op de stoep van het hotel zaten te roken.

Het heeft even geduurd eer ik mijzelf over mijn weerzin tegen bepaalde culturele verschillen (de eeuwige glimlach die zo ontzettend veel verschillende betekenissen kan hebben, het eeuwige ‘schudden aan de geldboom’ zoals ik het voor mijzelf ben gaan noemen, de honderden – vaak bloedmooie-  jonge Thaise vrouwen die ik tegengekomen ben die zich voor geld letterlijk verhuurden -of moet ik zeggen ‘verhoerden’?- aan de meest afgrijselijke  types ) heen kon zetten, dat lukte om eerlijk te zijn pas tijdens een later tijdstip van mijn reis toen ik vertrouwder was geraakt met de authentieke Thaise cultuur. En toch, zoals in de quote van Lewis Carroll hierboven ook al zo prachtig omschreven staat ; de realisatie dat mijn reis wel eens precies kon gaan brengen waar ik voor mijn vertrek op gehoopt had begon langzaam tot mij door te dringen. Links en rechts kan je ook in Bangkok de dingen vinden die Thailand zo mooi en zo totaal anders maken dan waar je als nuchtere nederlander zo vertrouwd mee bent, en tussen alle bedriegers vind je alsnog genoeg Mooie, authentieke mensen (niet eens zo heel anders dan in Nederland nu ik er zo over nadenk) die open staan voor een gesprek met een farang.

Toch was ik blij om na twee nachten afscheid te kunnen nemen van de kolkende smeltpot die Bangkok heet en per trein af te reizen naar wat mijn eerste cultureel / historische stop zou gaan worden : Ayutthaya. Of zoals ik in mijn notities schreef :

Ik hoop dat er in ieder geval minder fucking tourist traps zijn!