Daarheen en weer terug: een experiment

Zwijgend staar ik naar het licht dat de koplampen van mijn auto in de donkere Franse nacht werpen. De strepen schieten in een constant ritme voorbij terwijl in mijn oren het gesuis van de wind klinkt.

Rust.

Concentratie.

Ik heb geen specifiek doel voor ogen, alleen dat ik Mont Saint-Michel en de grot van Lascaux gezien wil hebben (klik gerust op die laatste, de site is de moeite meer dan waard!). Mont Saint Michel omdat ik recentelijk als bij toeval in de bestaansgeschiedenis van De Tempeliers terecht ben gekomen door het (her)lezen van dit boek ( klik ). En omdat :

Het is niet alsof er nog geen foto’s van Mont Saint-Michel bestaan, maar dit zijn mijn foto’s van Mont Saint-Michel. Ze vormen maar een armzalig aftreksel van de herinneringen aan de lange klim via het pad naar boven, het geluid van de eeuwige zeewind die door de schietgaten heen blaast of dat ene, fijne moment zittend in de zon op een eeuwen oude verdedigingsmuur. Ze zijn er.. Ik neem boeken als ‘holy blood holy grail’ niet al te serieus, behalve dan als mogelijk startpunt van honderden ‘wat als’ scenario’s in mijn hoofd. Ik ben en ik blijf een schrijver, ik zoek en ik maak overal verhaaltjes van. Het is niet eens een keuze ; het overkomt mij. Veel gebruikt excuus šŸ™‚

Toch – de geschiedenis van de Tempeliers en de Katharen is erg interessant, los van de fictie en al dan niet verborgen (of verloren gegane) geheimen.  Tijdens mijn vorige bezoek aan Frankrijk (twee jaar geleden) was ik als bij toeval in Carcassone beland geraakt, in dezelfde regio als Rennes-le-ChĆ¢teau dus. In Frankrijk ligt de geschiedenis voor het oprapen, een fors aantal kastelen en zelfs complete dorpen uit laten we zeggen de periode 700 – 1400 liggen er nog schijnbaar onaangeschonden bij.

Terwijl de kilometers onder mijn wagen doorflitsen neem ik nog een teug van de Franse avondlucht. Ik mijmer nog even over mijn innerlijke motieven om deze reis te ondernemen, die -ondanks bovenstaande bespiegeling- een stuk dichterbij en persoonlijker zijn. Is het een vlucht? Ja en nee. Het impulsieve karakter en het totale gebrek aan planning zijn eigenlijk standaard ‘ik’ , en het liefste reis ik alleen. Ook zijn er geen ‘lopende zaken’  in mijn leven die tien dagen bedenktijd vereisen (alles is emotioneel stabiel, dankjewel) , het leven gaat zoals het gaat en ik omarm het. Dus nee, geen vlucht.

Maar : wel dat knagende gevoel dat ik ook had voordat ik naar Zweden vertrok om (bijna letterlijk) in een hutje op de hei te gaan zitten. Het gevoel dat er ‘iets’ is, en dat het tijd is om weer eens heel erg diep naar binnen te kijken. En dit, deze reis -deze rit- helpt daar bij, vanaf het moment dat ik bij mijn ouders weg reed. Vrijheid. Aangewezen zijn op je zelf, en je vermogen om overal iets -wat dan ook!- van te maken. 600 kilometer liggen er achter mij, en er gaan er nog veel meer volgen. Mijn hand rijkt naar mijn trouwe waterfles (nu al mijn beste vriend) en ik neem nog een slok terwijl ik de zoveelste heuvel afdaal. Het landschap lijkt vlakker te worden naarmate ik NormandiĆ« nader. Mijn eerste stop.