Brief

I never wanted to write these words down for you
with the pages of phrases of all the things we’ll never do
So I blow out the candle
and I put you to bed
Since you can’t say to me now
how the dogs broke your bone
there’s just one thing left to be said

So say hello to heaven, heaven, heaven…

‘Say hello to heaven’ , Temple of the Dog

hoi Mam,

Met mij, je lievelingszoon. Ja ik weet het, je hebt er maar één op de wereld mogen zetten – daarom eigen ik mij graag die titel toe. Ik schrijf je omdat ik je mis tijdens deze dagen rondom kerst terwijl de westerse wereld en masse gezellig rondom de familietafel kruipt. De verhoudingen zijn bij ons thuis nogal door elkaar geschud sinds ons afscheid, maar dat had je waarschijnlijk al door.

Ik denk nog vaak terug aan ons gesprek bij de haven, weet je nog? Jij had een chocolade milkshake en ik mijn standaard aardbei-smaakje, en je wilde persé ook die van mij. De kanker had zich al vergrepen aan je hersenen op dat punt en je remmingen waren grotendeels verdwenen waardoor je wel héél directe opmerkingen maakte af en toe. Daardoor voelde ik mij ook een stuk vrijer om mijn hart ongezouten te luchten bij je en we hebben zelden zo hard gelachen samen. Het is een fijne herinnering, zoals ik er zoveel koester uit de 41 jaren waarin we onze tijd op Aarde samen hebben kunnen delen. Een deel van mij vind nog altijd dat ik je verraden heb, en ik haat mijzelf om het gevoel van opluchting dat het niet zo ver heeft hoeven te komen dat je je laatste uren in een verzorgingstehuis hebt hoeven door te brengen tegen je wil – omdat ik wel degelijk voelde dat je plotselingen overlijden na ons gesprek een bewuste keuze was. Je hebt het opgegeven, zelf je lot in eigen handen genomen en daardoor in een laatste moment van zelfbeschikking ons verlaten op je eigen voorwaarden.

Dat had je niet hoeven doen, ik zou je namelijk nooit in de steek hebben gelaten. Ik zou bij je gebleven zijn mam, tot aan je laatste snik die ik nu heb moeten missen. Dat doet nog steeds pijn, hoewel ik troost vind in de gedachte dat Pa er al die tijd voor je was. Weet je nog dat je je  in dat gesprek waar ik net aan refereerde hardop afvroeg ‘waarom je eigenlijk uitgerekend aan hem was blijven plakken’? Ik weet het antwoord. Niet alleen omdat Pa diep in zijn hart, onder het onvermogen om op een warme manier uiting te geven aan zijn emoties, onder de verdedigingslinie van zijn verbittering en teleurstelling wél gewoon een goed mens is. Toen ik oude foto’s aan het doorbladeren was in Maasbracht kwam ik een vergeelde zwart/wit foto tegen van jullie, Pa in een zwart pak met vlinderdasje en jij in een kort rokje, hoofdoekje en een mandje aan een arm. Kan jij je die nog herinneren? Het is een foto van jullie allereerste afspraakje, tijdens Carnaval. Jullie zijn beide nog erg jonge twintigers, de levenslust en verliefdheid spatten er vanaf. Dát is waarom je ‘aan hem bent blijven plakken’ , ondanks de vervelende dingen die er later nog allemaal gebeurd zijn. Dingen die ieder koppel uiteindelijk moeten doormaken denk ik, maar zoals je weet zijn mijn eigen relaties over het algemeen niet een erg lang leven beschoren en eigenlijk zou ik er daarom verder maar gewoon niets over moeten zeggen.

Ik heb wel een groot deel van mijn respect en bewondering voor Pa hervonden tijdens de laatste maanden van je ziekte. Naast al het melodrama heb ik vooral een liefhebbende echtgenoot gezien die ondanks het feit dat hij zelf kapot was van verdriet zijn uiterste best deed om je te steunen en te verzorgen. Het was af en toe misschien wat onbeholpen maar dat doet op geen enkele manier afbreuk aan wat hij  voor je over had. Ik heb ook voor het eerst gevoeld dat hij ook respect heeft voor de man die ik nu uiteindelijk blijk te zijn en die hij al die jaren niet heeft kunnen zien. Als ik ergens écht spijt van heb zijn het al die hoogoplopende felle en zinloze discussies over politiek, idealen en principes die je in de afgelopen jaren hebt moeten aanhoren. Ik had beter moeten weten en vaker mijn mond dicht moeten houden maar zoals je wel weet is dat niet één van mijn sterktste karaktereigenschappen als mijn hart en overtuigingen in het spel zijn. Het spijt mij van al die verspilde minuten en uren, van iedere seconde die ik met je had kunnen doorbrengen maar het niet gedaan heb. Ik hoop dat je trots op mij hebt kunnen zijn Mam, al is het maar omdat ik mijn idealen en principes nooit verkwanseld heb en nog altijd leef op basis van mijn eigen innerlijke kompas.

Wel worstel ik nog altijd met mijn zus. Ik weet om eerlijk te zijn niet precies wat ik met haar aan moet, en of het wel aan mij is om haar aan te spreken op het feit dat haar woorden en gedrag lijnrecht tegenover elkaar staan. Heb jij eigenlijk geweten dat ik haar vlak na je verjaardag dit jaar volledig de wind van voren gegeven heb over het feit dat ze wekenlang niet op bezoek kwam? Ik was zo ontzettend boos en verdrietig..Het enige dat zij kon uitbrengen was een warrig verhaal over ‘behoefte hebben aan een diagnose en tijdsbestek’ en dat zij ‘het zo ontzettend druk heeft’ . Tot mijn schande moet ik bekennen dat ik misschien wel iets te grof geweest ben tegen haar – maar het effect was meteen waarneembaar. Waar ik nu zo erg mee worstel is dat ik nu weer precies hetzelfde zie gebeuren. Ik ga nog iedere week een volle dag langs bij Pa, om bij hem te zijn en van die achterlijke Vader-Zoon dingen te doen waar ik vaak een schurfthekel aan heb maar waarvan ik weet dat hij er plezier aan beleeft. Vaak kom ik er na zo’n dag achter dat het voor mij stiekem ook wel weer een fijne dag ,was, hoe vermoeiend dan ook verder. Maar vorige week heb ik dus een keer een Zondag overgeslagen, mijn werk is deze weken erg zwaar en ik was gewoon kapot. Zus had al gemeld dat het geen probleem was omdat zij en haar man toch al op bezoek zouden gaan bij Pa, en Pa zelf..nou ja die is vooral bezig met niemand tot last willen zijn. Ik werd echter goed pissig toen ik merkte dat zij, je gelooft t niet, toch zeker 20 minuten van haar drukke tijd heeft weten vrij te maken voor Pa. 20 MINUTEN! Godver ik word alweer boos als ik er aan denk. Als ik dat geweten zou hebben had ik gewoon de auto gepakt en was ik naar Maasbracht gereden. Ik merk dat ik maar weinig begrip kan opbrengen voor haar, en ik weet dat het eigenlijk niet eerlijk is om haar te beoordelen naar mijn eigen standaard. Maar toch..dit vreet aan mij.

Het gaat niet echt goed met Pa, hij is depressief, slaapt slecht en drinkt teveel. Ik vrees dat het niet heel erg lang gaat duren voordat ik weer een begrafenis mag gaan doorstaan en ik zeg je hier en nu: als mevrouw dan ook maar één krokodillentraan laat ben ik bang dat ik haar volledig tot aan de grond ga afbranden voor haar – in mijn ogen – hypocriete gedrag. Maar wie ben ik om mij dat te veroorloven? Wie ben ik om haar te vertellen hoe zij met haar verdriet moet omgaan, haar vrije tijdsbesteding invult en dat zij misschien wel te weinig tijd doorbrengt met Pa? Als ik met deze vragen in mijn hoofd zit mis ik je pas echt Mam. In gedachten zie ik levensecht voor mij hoe je mij aankijkt en alleen maar ‘ach Maurice’ zucht terwijl de lichtjes in je ogen opblinken. Ik mis die gedachtenwisselingen zonder woorden misschien nog wel het meest van alles.

Er is één ding, één beeld dat ik nog graag met je wil delen voordat ik jou weer even laten rusten – waar je ook bent – en mijzelf weer voor even over geef aan mijn verdriet. Je overlijden heeft namelijk een jeugdherinnering naar boven gehaald die ik nu keer op keer herleef, en waarin ik mij weer heel even dat kleine jongetje 6 toen kan voelen die zich kan koesteren aan de warme huiselijkheid en moederliefde die ik nu moet missen. Het was in de tijd dat we nog geen centrale verwarming hadden in huis, ik denk dat ik in groep 6 zat. Als ik ‘s winters na drie keer roepen dat ik moest opstaan voor school dan éindelijk uit mijn bed kwam (sommige dingen veranderen nooit, ik heb tot op de dag van vandaag hetzelfde met mijn werk) , mij aangekleed had en beneden de keuken instapte dan had je altijd al de gaspitten van het fornuis voluit branden, de kachel aan en zat je in je lichtblauwe ochtendjas aan tafel op mij te wachten met het ontbijt. Het is dat beeld dat keer op  keer voor mijn geestesoog verschijnt als ik aan je denk, als ik je mis zoals nu. Ik kan de geuren nog ruiken, je ochtendjas en warme gloed nog voelen. En het maakt niet uit dat mijn ogen nog altijd vochtig worden als ik dat moment herleef, het maakt het misschien wel nog mooier dat ik verdrietig en blij tegelijkertijd kan zijn om die momenten die we samen hebben mogen delen.

Ik mis je nog altijd mam, het lijkt alleen maar erger te worden. Er rest mij niets anders te doen dan de herinneringen te koesteren,  en af en toe tegen je te praten zoals nu. Ik hou van je.

Liefs,

M.